Of moet ik zeggen: Rotterdamse koggetjes? Maakt niet uit, lekker!
Het begint met het maken van de noga (= harde karamel): water en suiker in een pannetje. Nou zijn er bij het maken van karamel drie regels:
1. NIET ROEREN! Hoogstens een beetje met de pan zwenken
2. Niet iets anders gaan doen. Het duurt even voordat je suiker gaat karamelliseren, maar dan gaat het opeens hard
3. NOOIT maar dan ook NOOIT je vingers in de karamel steken, daar krijg je vreselijke blaren van
Gelukkig heb ik mij keurig aan de drie regels gehouden en was mijn karamel perfect. Toen het "met een deegroller in stukjes rollen"....ik had nog best grote stukjes.
Maar ja, toch door het deeg geroerd.
Het deeg was trouwens weer met Zeeuwse bloem, die ik wederom niet had. Daardoor was het ietsje droog, maar een extra eetlepel "melk" (hier slagroom genoemd) hielp enorm.
Goed, deeg gemengd met karamelstukjes (en stukken) en in de spuitzak gepropt. Drie keer raden.....door de grote stukken karamel kwam het niet door het spuitmondje..zucht
Dus spuitmondje eraf en een theelepel erbij gepakt. Toen ging het gelukkig wel. Mooie hoopjes gemaakt op de bakplaat en op het laatste nippertje bedacht er een foto van te maken:
Dit keer geleerd van mijn vorige baksessie, waarin mijn koekjes te donker waren. Dus de wekker niet op 15 maar op 12 gezet. En toen nog 3 keer een minuut erbij gedaan.
Maar: perfecte (al zeg ik het zelf) koekjes:
En in een goed afgesloten trommel na 4 dagen nog steeds knapperig!
Duur: nee
Makkelijk: afgezien van de ruzie met de spuitzak wel
Lekker: zeker! een 9!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten